Zwarte rat
Leefwijze
Inheems; vanaf Middeleeuwen plaatselijk voorkomend in Nederland, vooral in agrarische bedrijven en in havengebieden. Leven hoog in gebouwen; grootte: 14-23 cm. Lichaamslengte, lange, dunne staart langer dan het lichaam 17-25 cm., slank, vrij spitse snuit, grote kraalachtige ogen, grote oren; draagtijd gemiddeld 3 weken, vrouwtje werpt ca. 6 keer per jaar 6-10 jongen per worp, zoogperiode: 3 weken, geslachtsrijp na 3 maanden. Leeftijd; maximaal 2 jaar. Voedsel: alleseter met duidelijke voorkeur voor granen en meel (ook wel zaden en vruchten), voorraadvorming.
Overlast
Zwarte ratten zijn knaagdieren en moeten blijven knagen om tanden kort te houden. Knaagschade aan alles wat ze tegenkomen, papier, textiel, hout, kunststof kabels en leidingen. Bevuilen voedselvoorraden met urine en faeces. Stankoverlast (muizengeur en kadavers). Rustverstoring. Verspreiders van ziektekiemen (voedselvergiftiging). In Europa veroorzaker geweest van de Pest, overgebracht door een met pestbacil besmette rattenvlo die van de rat overgaat op bv. de mens.
Voorkomen overlast
Treffen van bouwkundige weringsmaatregelen: gaten groter dan 1 cm. afdichten; schuilplaatsen wegnemen. Treffen van hygiënische weringsmaatregelen: voedsel afsluiten; voedselresten wegnemen.
Ontheffingen / vrijstellingen
Omdat de zwarte rat niet als beschermde diersoort is aangewezen, gelden de verboden om dit dier te vangen, doden, te verontrusten, etc. niet. Wel geldt de algemene zorgplichtbepaling, neergelegd in artikel 2 FF-wet (een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving). Deze bepaling die geldt voor alle in het wild levende dieren, houdt in dat een dier niet zinloos gedood of gevangen mag worden.