Veldmuis
Leefwijze
Inheems, komt voor verspreid over het hele land, voornamelijk in weide- en graslandgebieden. Bouw: plompe bouw, stompe snuit, in de vacht verborgen ogen en oren, staart kleiner (1/3) dan lichaamslengte; uitstekende graver. Draagtijd: 3 weken, nestgrootte 5-6 jongen, jongen na 25 dagen geslachtsrijp, maximale leeftijd 1 jaar tot 16 maanden. Voedsel: graangewassen, bollen, aardappelen, kool, wortels en ook boomschors. Verschijnsel “veldmuisjaren”: komt om de 3-6 jaar plaatselijk voor; deze grote aantallen veldmuizen “klappen” plotseling, door een massale sterfte, ineen.
Overlast
’s Winters in schuren, bieten en aardappelkuilen. In “veldmuisjaren” enorme schade in weilanden door ondermijnen grasmat of bouwland. Door knagerij schade aan boomgaarden (ringen van bomen).
Voorkomen overlast
Voorkomen dat een voor veldmuizen geschikte biotoop ontstaat (grasmat kort houden, slootkanten schoonhouden, begroeiing kort houden. Boomgaardbescherming: bomenrij in zwarte grond, valfruit verwijderen, bodembegroeiing kort houden.
Ontheffingen / vrijstellingen
Voor de veldmuis geldt een algehele vrijstelling van het verbod dit dier te doden, te vangen, etc. (artikel 16, tweede lid) van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Wel geldt de algemene zorgplichtbepaling, neergelegd in artikel 2 FF-wet (eenieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, almede voor hun directe leefomgeving) Deze bepaling die geldt voor alle in het wil levende dieren, houdt in dat een dier niet zinloos gedood of gevangen mag worden.