Bosmuis
Leefwijze
Inheems, komt voor verspreid over het hele land, ’s winters soms in huizen en schuren, voorkeur voor bosranden met dichte ondergroei en struikgewas. Flinke muis, spitse snuit, grote uitstaande oren, lange staart, grote zwarte ogen; gemiddeld 2-4 worpen per jaar, nestgrootte 3-7 jongen, maximale leeftijd ca. 1 jaar. Kunnen uitstekend graven, klimmen en springen.
Voedsel
groene plantendelen, bloemknoppen, noten, zaden, insecten, wormen enz. Kenmerkend voor bosmuizen is dat zij voerkistjes of –doosjes vaak vol met steentjes e.d. slepen.
Overlast
Schade aan producten en materialen door aanknagen; `s-winters soms in huizen.
Voorkomen overlast
Treffen van bouwkundige weringsmaatregelen door openingen in buitenmuren kleiner dan 0,5 cm afdichten, deuren goed sluitend maken.
Ontheffingen / vrijstellingen
Voor de bosmuis geldt een algehele vrijstelling van het verbod dit dier te doden, te vangen, etc. (artikel 16e, tweede lid van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten). Wel geldt de algemene zorgplichtbepaling, neergelegd in artikel 2 FF-wet (een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving). Deze bepaling die geldt voor alle in het wild levende dieren, houdt in dat een dier niet zinloos gedood, verontrust of gevangen mag worden.